zondag 28 februari 2016

Kwaliteitsstatuut en regiebehandelaarschap

Samenvatting voor behandelaren Gespecialiseerde GGZ en Basis-GGZ

In februari is het Model Kwaliteitsstatuut verschenen. Wat gaat dit betekenen voor behandelaren in de Gespecialiseerde GGZ en de Basis-GGZ? Om dit voor mezelf helder te krijgen heb ik een samenvatting gemaakt waarmee een behandelaar makkelijk kan zien  wat de gevolgen zijn die nu bekend zijn. Elke instelling moet nu op basis van dit model een eigen Kwaliteitsstatuut maken. Er zijn nog veel vragen onbeantwoord.

Download hier de samenvatting: 
Samenvatting voor behandelaren Kwaliteitsstatuut en Regiebehandelaarschap (8 pag)

Het origineel is hier te downloaden:
Origineel Model Kwaliteitsstatuut (25 pag)

De vragen die voor mijn werk belangrijk zijn, staan hieronder. Voor uw eigen werk zijn er mogelijk andere vragen belangrijk en de vragen zijn zeker niet compleet.
  • Het is nog niet helemaal duidelijk hoe ver de regie van de regiebehandelaar gaat. Het zorgtraject is niet gedefinieerd, dus waar ligt de grens. 
  • Het model zegt: Totdat de intake heeft plaatsgevonden is de verwijzer verantwoordelijk. Tot nu toe zegt de tuchtrechter dat de verantwoordelijkheid begint vanaf het moment dat je begint met de diagnostiek. 
  • Het model zegt: Regiebehandelaar ziet cliënt zelf voor (mede)beoordeling, anderen mogen ook delen van diagnostiek doen. Dit kan ook via teleconferencing. Hiermee wordt teleconferencing gelijkgesteld aan face to face contact. Vinden professionals dit ook? 
  • Het model zegt: Cliënt mag altijd andere zorgverlener consulteren. Wordt hier dan een andere zorgaanbieder bedoeld of een andere zorgverlener binnen de instelling. Gaat dit om second opinion? En als het buiten de instelling is, wie gaat dit betalen?
  • Het model zegt: Als cliënt niet direct in behandeling wordt genomen, blijft regiebehandelaar van diagnostiekfase verantwoordelijk. Dat houdt in dat veel psychiaters en klinisch psychologen binnen onze instelling (bij ons is regel: expert aan de voordeur) hun caseload zien vollopen met cliënten waar ze verantwoordelijk voor zijn.
  • Het model zegt: De regiebehandelaar heeft een wezenlijk aandeel in de inhoudelijke behandeling. Dit vergt veel werk om dit logistiek te regelen. Op de loer zou kunnen liggen dat hier een percentage genoemd gaat worden, terwijl de discussie niet over aantallen hoort te gaan maar over de inhoud.
  • Het model zegt: De cliënt kan in samenspraak met de zorgaanbieder kiezen wie van de bij de behandeling betrokken zorgverleners als regiebehandelaar wordt aangesteld. Het is hierbij lastig om een cliënt dit te laten bepalen, omdat elders staat dat dit de meest deskundige op het betreffende terrein moet zijn. Hoe bepaalt een cliënt dit?
  • Het model zegt: Bij verschil van mening of inzicht over de in te stellen behandeling heeft de regiebehandelaar uiteindelijk de doorslaggevende stem, echter niet eerder dan nadat alle betrokken deskundigen gehoord zijn. Hier dreigt eindverantwoordelijkheid als begrip weer terug te komen. Ook kan je dan verwachten dat de “escalatieprocdure”, veel gebruikt zal gaan worden. Maar dan gaat het in die procedure niet over inhoud, maar over de macht. Terwijl men het op inhoud eens hoort te kunnen worden in gezamenlijk overleg.
  • Het model zegt: De regiebehandelaar weet zich overtuigd van de bevoegdheid en bekwaamheid van de andere betrokken zorgverleners in relatie tot de zelfstandige uitvoering van het deel van de behandeling waarvoor zij verantwoordelijk zijn. Hier krijgt de regiebehandelaar taken die nu bij de teamleiding liggen.
  • Het model zegt: De regiebehandelaar ziet er op toe dat de dossiervoering voldoet aan de gestelde eisen. Andere betrokken zorgverleners hebben een eigen verantwoordelijkheid in de adequate dossiervoering. Hierin is het dus de bedoeling dat de regiebehandelaar de anderen aanspreekt. Dit vergt een cultuurverandering.
  • Het model zegt. De regiebehandelaar laat zich informeren door de andere bij de behandeling betrokken zorgverleners, zo tijdig en voldoende als noodzakelijk is voor een verantwoorde behandeling van de cliënt. De regiebehandelaar toetst of de activiteiten van anderen bijdragen aan de behandeling van de cliënt en passen binnen het door de regiebehandelaar in overleg met de cliënt vastgestelde behandelplan. Hier komt het oude begrip eindverantwoordelijkheid ook weer om de hoek kijken. Het lijkt als de regiebehandelaar toch weer een beetje eindverantwoordelijk wordt. Terwijl het idee toch is dat hij verantwoordelijk is voor de samenhang. De vraag is hoe dit goed uitgewerkt kan worden in de instelling zodat dit geen problemen geeft.
  • Het model zegt: Bij een klinische opname is de regiebehandelaar in beginsel een psychiater of klinisch psycholoog. Dit is nu in de praktijk nog niet het geval. Is het hierbij goed om onderscheid te maken tussen welke klinische afdelingen beter een psychiater als regiebehandelaar kunnen hebben en welke een klinisch psycholoog?
  • Het model zegt: In overleg met de klinisch werkzame psychiater of klinisch psycholoog kan worden besloten dat de ambulante regiebehandelaar ook gedurende de opname de regiebehandelaar blijft. Wie is in dit geval waar verantwoordelijk voor? Dit dient uitgewerkt te worden.
  • Het model zegt: Bij een crisis-dbc wordt altijd een psychiater geconsulteerd. Hiervoor is geen direct cliëntcontact noodzakelijk. Is dit nu zorgvuldig hulpverlenen? Of vinden we dat face to face toch altijd nodig is? In crisisdienst buiten kantooruren is dit mogelijk akkoord. Maar tijdens een behandeling van 6 weken bij IHT?
  • Het model zegt: De uiteindelijke keuze voor een regiebehandelaar wordt gemaakt in overleg met de cliënt of diens vertegenwoordiger en vastgelegd in het behandelplan en de behandelovereenkomst. Ook hier geldt: Het is hierbij lastig om een cliënt dit te laten bepalen, omdat elders staat dat dit de meest deskundige op het betreffende terrein moet zijn. Hoe bepaalt een cliënt dit?
  • Een ander probleem is dat psychiaters zich vaak nog inhoudelijk eindverantwoordelijk voelen. Nu is dit juridisch niet juist, want inhoudelijke eindverantwoordelijkheid bestaat niet meer sinds de wet BIG, maar het model heeft nog niet zo goed uitgewerkt dat psychiaters gerust kunnen zijn, dit vergt nog nadere uitwerking per instelling. Pas dan kan gegarandeerd worden dat zoals de commissie  Meurs schreef dat door het kwaliteitsstatuut / regiebehandelaarschap alle psychiaters (net als alle andere hulpverleners) alleen nog maar hoeven te vrezen voor een klacht als ze zelf iets niet goed doen. Uiteraard zullen alle hulpverleners wel aangesproken kunnen worden als ze hun rol als regiebehandelaar niet goed invullen, maar ze zijn dan dus verantwoordelijk voor de regie en niet voor de inhoud.
Feb. 2016, Joost Walraven