Samenvatting voor behandelaren Gespecialiseerde GGZ en Basis-GGZ
In februari is het Model Kwaliteitsstatuut verschenen. Wat gaat dit betekenen voor behandelaren in de Gespecialiseerde GGZ en de Basis-GGZ? Om dit voor mezelf helder te krijgen heb ik een samenvatting gemaakt waarmee een behandelaar makkelijk kan zien wat de gevolgen zijn die nu bekend zijn. Elke instelling moet nu op basis van dit model een eigen Kwaliteitsstatuut maken. Er zijn nog veel vragen onbeantwoord.
Download hier de samenvatting:
Samenvatting voor behandelaren Kwaliteitsstatuut en Regiebehandelaarschap (8 pag)
Het origineel is hier te downloaden:
Origineel Model Kwaliteitsstatuut (25 pag)
De vragen die voor mijn werk belangrijk zijn, staan hieronder. Voor uw eigen werk zijn er mogelijk andere vragen belangrijk en de vragen zijn zeker niet compleet.
- Het is nog niet helemaal duidelijk hoe ver de
regie van de regiebehandelaar gaat. Het zorgtraject is niet gedefinieerd, dus
waar ligt de grens.
- Het model zegt: Totdat de intake heeft
plaatsgevonden is de verwijzer verantwoordelijk. Tot nu toe zegt de
tuchtrechter dat de verantwoordelijkheid begint vanaf het moment dat je begint
met de diagnostiek.
- Het model zegt: Regiebehandelaar ziet cliënt
zelf voor (mede)beoordeling, anderen mogen ook delen van diagnostiek doen. Dit
kan ook via teleconferencing. Hiermee wordt teleconferencing gelijkgesteld aan
face to face contact. Vinden professionals dit ook?
- Het model zegt: Cliënt mag altijd andere
zorgverlener consulteren. Wordt hier dan een andere zorgaanbieder bedoeld of
een andere zorgverlener binnen de instelling. Gaat dit om second opinion? En
als het buiten de instelling is, wie gaat dit betalen?
- Het model zegt: Als cliënt niet direct in
behandeling wordt genomen, blijft regiebehandelaar van diagnostiekfase
verantwoordelijk. Dat houdt in dat veel psychiaters en klinisch psychologen
binnen onze instelling (bij ons is regel: expert aan de voordeur) hun caseload
zien vollopen met cliënten waar ze verantwoordelijk voor zijn.
- Het model zegt: De regiebehandelaar heeft een
wezenlijk aandeel in de inhoudelijke behandeling. Dit vergt veel werk om dit
logistiek te regelen. Op de loer zou kunnen liggen dat hier een percentage
genoemd gaat worden, terwijl de discussie niet over aantallen hoort te gaan
maar over de inhoud.
- Het model zegt: De cliënt kan in samenspraak met
de zorgaanbieder kiezen wie van de bij de behandeling betrokken zorgverleners
als regiebehandelaar wordt aangesteld. Het is hierbij lastig om een cliënt dit
te laten bepalen, omdat elders staat dat dit de meest deskundige op het
betreffende terrein moet zijn. Hoe bepaalt een cliënt dit?
- Het model zegt: Bij verschil van mening of
inzicht over de in te stellen behandeling heeft de regiebehandelaar
uiteindelijk de doorslaggevende stem, echter niet eerder dan nadat alle
betrokken deskundigen gehoord zijn. Hier dreigt eindverantwoordelijkheid als
begrip weer terug te komen. Ook kan je dan verwachten dat de “escalatieprocdure”,
veel gebruikt zal gaan worden. Maar dan gaat het in die procedure niet over
inhoud, maar over de macht. Terwijl men het op inhoud eens hoort te kunnen
worden in gezamenlijk overleg.
- Het model zegt: De regiebehandelaar weet zich
overtuigd van de bevoegdheid en bekwaamheid van de andere betrokken
zorgverleners in relatie tot de zelfstandige uitvoering van het deel van de behandeling
waarvoor zij verantwoordelijk zijn. Hier krijgt de regiebehandelaar taken die
nu bij de teamleiding liggen.
- Het model zegt: De regiebehandelaar ziet er op
toe dat de dossiervoering voldoet aan de gestelde eisen. Andere betrokken
zorgverleners hebben een eigen verantwoordelijkheid in de adequate
dossiervoering. Hierin is het dus de bedoeling dat de regiebehandelaar de
anderen aanspreekt. Dit vergt een cultuurverandering.
- Het model zegt. De regiebehandelaar laat zich
informeren door de andere bij de behandeling betrokken zorgverleners, zo tijdig
en voldoende als noodzakelijk is voor een verantwoorde behandeling van de
cliënt. De regiebehandelaar toetst of de activiteiten van anderen bijdragen aan
de behandeling van de cliënt en passen binnen het door de regiebehandelaar in
overleg met de cliënt vastgestelde behandelplan. Hier komt het oude begrip
eindverantwoordelijkheid ook weer om de hoek kijken. Het lijkt als de
regiebehandelaar toch weer een beetje eindverantwoordelijk wordt. Terwijl het
idee toch is dat hij verantwoordelijk is voor de samenhang. De vraag is hoe dit
goed uitgewerkt kan worden in de instelling zodat dit geen problemen geeft.
- Het model zegt: Bij een klinische opname is de
regiebehandelaar in beginsel een psychiater of klinisch psycholoog. Dit is nu
in de praktijk nog niet het geval. Is het hierbij goed om onderscheid te maken
tussen welke klinische afdelingen beter een psychiater als regiebehandelaar
kunnen hebben en welke een klinisch psycholoog?
- Het model zegt: In overleg met de klinisch
werkzame psychiater of klinisch psycholoog kan worden besloten dat de ambulante
regiebehandelaar ook gedurende de opname de regiebehandelaar blijft. Wie is in
dit geval waar verantwoordelijk voor? Dit dient uitgewerkt te worden.
- Het model zegt: Bij een crisis-dbc wordt altijd
een psychiater geconsulteerd. Hiervoor is geen direct cliëntcontact
noodzakelijk. Is dit nu zorgvuldig hulpverlenen? Of vinden we dat face to face
toch altijd nodig is? In crisisdienst buiten kantooruren is dit mogelijk
akkoord. Maar tijdens een behandeling van 6 weken bij IHT?
- Het model zegt: De uiteindelijke keuze voor een
regiebehandelaar wordt gemaakt in overleg met de cliënt of diens
vertegenwoordiger en vastgelegd in het behandelplan en de behandelovereenkomst.
Ook hier geldt: Het is hierbij lastig om een cliënt dit te laten bepalen, omdat
elders staat dat dit de meest deskundige op het betreffende terrein moet zijn.
Hoe bepaalt een cliënt dit?
- Een ander probleem is dat psychiaters zich vaak
nog inhoudelijk eindverantwoordelijk voelen. Nu is dit juridisch niet juist,
want inhoudelijke eindverantwoordelijkheid bestaat niet meer sinds de wet BIG,
maar het model heeft nog niet zo goed uitgewerkt dat psychiaters gerust kunnen
zijn, dit vergt nog nadere uitwerking per instelling. Pas dan kan gegarandeerd
worden dat zoals de commissie Meurs
schreef dat door het kwaliteitsstatuut / regiebehandelaarschap alle psychiaters
(net als alle andere hulpverleners) alleen nog maar hoeven te vrezen voor een
klacht als ze zelf iets niet goed doen. Uiteraard zullen alle hulpverleners wel
aangesproken kunnen worden als ze hun rol als regiebehandelaar niet goed
invullen, maar ze zijn dan dus verantwoordelijk voor de regie en niet voor de
inhoud.
Feb. 2016, Joost Walraven